DIAMONT

De diamant is de koning van de edelstenen. De naam komt uit het oud griekse woord adamas, wat onbedwingbaar betekent en voor eeuwige trouw staat. De Grieken geloofden dat de schittering van een diamant het brandende vuur van de eeuwige liefde symboliseerde. Vandaag de dag is de diamant nog steeds het symbool van de liefde in de verlovings- / trouwring. De diamant is de hardste edelsteen en het hardste bekende mineraal. Bovendien blinkt hij uit door de hoge schittering, dat betekent de vaardigheid om wit licht in een groot aantal kleuren te ontleden en weer uit te stralen. Diamanten zijn in het algemeen kleurloos, maar door de bijmenging van vreemde elementen ontstaan alle kleuren. De wereldproduktie op jaarbasis bedraagt meer als 50 miljoen karaat. Maar er moeten minimaal 20 ton gesteente afgewerkt worden om l karaat sierradendiamant te krijgen. Deze verhoudingen onderstrepen de grote zeldzaamheid van de koning der edelstenen. Verdere belangrijke vindplaatsen van diamanten zijn Zuid-Afrika, Borneo, Australië, Indië, Brazilië en Sierra Leone. Om aan zijn betekenis te voldoen werd er een bijzondere slijpvorm ontwikkeld, namelijk het briljantslijppatroon met 57 facetten. Een briljant is zodoende een diamant met briljantslijppatroon. Als loepzuiver, van beste kwaliteit, worden diamanten gezien, waarbij men ook met tienvoudige loep geen onzuiverheden ziet. Naast de kleurloze stenen zijn er ook stenen in "fantasiekleuren" (krachtig blauw, rood of geel) zeer begeerd. De grootste bekende diamanten zijn vaak onscheidbaar met de geschiedenis verbonden, als stuk van een buit, omkopingspresent of uitzet. De groene Dresdner is een oude Indische diamant van 41 karaat, zijn huidige verblijfplaats is onbekend. De Koh-i-noor, oftewel "berg van het licht" komt uit Indië. Vandaag de dag is hij in het bezit van het Engelse koninkrijk. De Cullinan is de grootste tot nu toe gevonden diamant, deze werd door de regering van Transvaal opgekocht en aan de Engelse Kroon cadeau gedaan.